De Rotterdamse
SCHRIJVERS
van Munsterland
Door H.H.J. (Hans) SCHRIJVER
Edmonton, Mei 1993
Het beste argument ten gunste van het genealogisch onderzoek dat ik ooit gehoord heb is het boek en vooral de verfilming daarvan : “ROOTS”.
Dank zij dit werk zijn er miljoenen nazaten van Afrikaanse slaven in Noord Amerika die hierdoor hun gevoel van eigenwaarde hervonden hebben. Die mensen zonder eigen achternaam (zij kregen automatisch de naam van hun eigenaar) vonden daarin hun oorsprong, hun voorouders en hun geschiedenis en het gaf hen volop reden daar zeer trots op te zijn.
Tot op zekere hoogte geldt dit ook voor ons, als je de mensen leert kennen die in de tijd van de Franse revolutie, de Reformatie en de grote oorlogen geleefd hebben en je ziet dan dat dat zeer naaste verwanten van je zijn, komt die hele saaie geschiedenis tot leven omdat je er dan zelf mee betrokken bent. Bovendien zul je zien dat de ellende, het lijden en de desillusies maar ook de blijdschap en de successen van die mensen vrijwel de zelfde zijn zoals wij die beleven, evenals hun goede en slechte gewoontes, ten slotte zijn, wij het product van de genen van onze gezamenlijke voorouders.
Dit is dan het verhaal van de geschiedenis der familie Schrijver. Maar als elk ander historisch verhaal en geschiedenis boek kan ‘t niet anders als subjectief zijn omdat de schrijver ervan beperkt is tot zijn eigen, betrekkelijk nauwe, gezichtspunt.
Het is gebaseerd op gegevens, gevonden over een periode van meer als 40 jaar, in de vele archieven van Nederland en Duitsland, talloze geschiedenis boeken en natuurlijk op de overlevering.
Het is voor één schrijver praktisch onmogelijk takken van de familie naar behoren te beschrijven en daarom hoop ik dat mijn lezers dit verhaal willen zien als een basis waarop nog uitvoerig gewerkt moet worden. Het ideaal zou zijn als een nazaat van elk dier takken ‘n aanvullend hoofdstuk hier aan zouden toevoegen.
In de genealogie kennen we twee systemen: de Stamboom, waarin de geschiedenis van een familie met de zelfde achternaam beschreven wordt. Men begint met de oudste voorvader en gaat daar vandaan naar de tegenwoordige generatie. De andere manier is de Kwartierstaat. Hier beginnen we met onze eigen 4 grootouders, maken voor elk een aparte staat. Zij hebben elk 2 ouders, 4 grootouders, 8 overgrootouders enzovoort. Zelfs als we ons beperken tot 7 generaties (In tijdspan van ongeveer 200 jaar.) komen we aan 4 x 32 of 128 voorouders die allemaal even na aan ons verwant zijn als die ene voorvader die toevallig Schrijver heette.
Daarom heb ik zoveel mogelijk getracht die twee systemen te combineren door geregeld “af te dwalen” naar diverse zijtakken de familie.
Hopelijk wordt dit verhaal aan toekomstige generaties in een ver uitgebreide vorm door gegeven, zodat zij een goede kans hebben hun “Roots” te leren kennen.